“We zijn bezig onze eigen problemen te creëren. Maar gelukkig kunnen we die ook zelf oplossen.” Aldus Wim de Winter, de kersverse voorzitter van Samen bouwen we Rotterdam (SBwR).

Ervaring en kennis

Op 12 oktober werd SBwR een stichting en een stichting heeft een bestuur nodig, en een voorzitter. Wim de Winter was de aangewezen persoon: een vaardig bestuurder met veel ervaring en bekend met de materie. Zo is hij onder meer betrokken bij het MKB-werkoffensief voor Rotterdam.

Capaciteit verdient een kans

“Het is onverteerbaar dat jongeren met voldoende capaciteiten geen kansen krijgen. Of de kansen niet kunnen benutten. Dat gebeurt ook en dat komt vaak door onbekendheid. Ze weten de kansen niet te vinden, weten niet hoe ze zich moeten presenteren, enzovoorts. Ik zelf was, toen ik hun leeftijd had en ook later, maar wat blij dat er in mijn omgeving ervaren mensen waren die mij bij al die vragen geholpen hebben. Zij hebben mij en als het ware dat ` steuntje in de rug` gegeven.

Veel van die vragen zijn op te lossen en dat is precies wat wij doen met ooms en tantes.

Flexibiliteit is de sleutel

Natuurlijk mogen bedrijven niet zomaar een cv aan de kant schuiven omdat de naam onbekend klinkt. Maar er is meer. Iedereen kan bijdragen. De overheid door flexibiliteit te vereenvoudigen en jongeren door bv een lager startniveau te accepteren: een hbo’er kan prima beginnen op mbo4-niveau. En dat hoeft ook niet meteen een baan te zijn voor vijf dagen per week.”

Een druk baasje

Wim is oud-ondernemer en dat is goed te merken. Hij draalt niet, maar gaat recht op zijn doel af, en hij houdt niet van stilzitten. In 2007 heeft hij zijn bedrijf verkocht, maar zijn agenda is nog net zo vol als voor de verkoop. Naast zijn inzet voor MKB-werkoffensief Rotterdam is hij kerkrentmeester van de Pelgrimvaderskerk in Delfshaven, een forse gemeenschap met 1200 leden.

Goed voorbereiden

En nu is hij ook nog de voorzitter van Samen bouwen we Rotterdam. Wat gaat hij als eerste doen? “Kennis maken met de andere bestuursleden en goed rondkijken bij de afdelingen. Wat daarna volgt, hangt helemaal af van wat ik daarbij leer.”